Freshwater drum/Aploditonus grunnies
|
|
Hij is eigenlijk familie van de zeedrums en hiervan is hij de enige van
zijn soort die zijn ganse leven in zoetwater doorbrengt.
Max. lengte/gewicht: 95cm/24.7kg. Normaal gewicht ligt
tussen de 2 en 7 kg.
Leefgebied/gedrag:
Noord en centraal Amerika
Verblijft op de bodem van middelgrote tot grote rivieren en meren.
Verkiest helder water maar is daarbij erg tolerant.
Voedt zich met insecten, vis en schaaldieren als mossels. Afhankelijk
van het seizoen kan een of ander voedsel de hoofdmoot uitmaken van zijn
dieet.
Zo is gekend dat in de maanden april/mei dit hoofdzakelijk insecten zijn, en in augustus/november hoofdzakelijk jonge visjes van datzelfde jaar.
Ook is het een feit dat de vissen bij nacht afkomen op licht en de
daarin cirkelende insecten. Maar voor de rest eten ze meestal op de
bodem. Het is een wijdverspreide vis in de streken waar hij voorkomt,
en ondanks dat hij een felle vechter is, niet echt geliefd bij
sportvissers.
|
Vistechniek:
Hotspots:
Hoewel algemeen is het niet zo dat hij in ieder meer of rivier voorkomt, dus even informeren bij plaatselijke vissers of hengelsportzaken kan
geen kwaad. De meeste toeristische diensten van de verschillende staten
verstrekken vaak de nodige informatie over de vismogelijkheden in hun
staat, en verder heb je natuurlijk nog het internet.
Algemeen kan je stellen dat je de beste kans maakt op grote meren en
rivieren. Sommige plaatsen en rivieren zijn gekend voor een groot
bestand aan zoetwater drums. Maar dat kan vlug veranderen en hierdoor
heeft het weinig zin deze plaatsen hier op te noemen. Het Mississippi
rivier systeem is er zo eentje van.
Verder komt hij soms in bepaalde delen van een rivier of meer veelvuldig
voor, terwijl hij elders slechts sporadisch voorkomt.
Vaak heeft dat te maken met het voedselaanbod zoals bv mosselbanken aan
de voet van een dam. Ook heeft hij daarbij de voorkeur aan een harde
bodem boven modder. In meren vindt je hem vaak in ondiepe baaien met
weinig begroeiing.
Hij mijd fel licht, bewolkte dagen zijn dan ook beter dan een zonnige
dag. Verder zijn de schemeruren steeds beter dan overdag.
Drums kan je het ganse jaar door vangen als je ze weet te vinden.
In lente en herfst, wat de meeste hengelaars de beste periodes vinden,
vind je ze eerder in de ondiepe zones, terwijl in de winter en de zomer
je ze beter op diepere plaatsen zoekt. Toch is het zo dat je als je een
plaats vind, zoal een dieper gat of geul, of een helling naar de
diepte toe waar ze soms massaal gegroepeerd zitten, je op de koudste of
de heetste dag van zomer of winter, je de dag van je leven kan
meemaken.
In de lente als het paaiseizoen aanbreekt groeperen ze zich in ondiepe
plaatsen. Dan hoor je vaak het typische geluid die ze maken en waardoor
ze hun naam kregen. Ook dan zijn ze goed te vangen.
Sommige specialisten vangen op goede dagen tot over de 100 stuks.
Vismethodes en aas:
Volwassen drums kan met een groot aantal aassoorten en technieken
vangen.
Ik wist ze zowel op de bodem met aas, vissend met kustaas als
trollend te vangen. In diep als ondiep water, gedurende de dag en ook
bij nacht.
allerlei insecten, sprinkhanen, mossels, kreeftjes, wormen, kleine
visjes, en kunstaas als jiggen, twisters, en shads zijn de
meest gebruikte aassoorten.
Het beste kunstaas vind ikzelf kleine jiggen (een kleine haak en
jig omdat drums in verhouding tot hun grote een kleine bek hebben). Dit
kunstaas zink vlug naar de bodem en het is ideaal te vissen op en nabij
de bodem, de zone waar je het meeste drums vangt.
In het algemeen vangt kunstaas dat je op en nabij de bodem kan vissen het
best. Als de vissen actief azen is kunstaas vaak beter dan natuurlijk
aas.
Vis je met natuurlijk aas dan is een bodem schuiflood montage
het gebruikelijkst, uitzonderlijk wordt ook gevist met een dobbermontage
Wormen, en specifiek dan nicht crawlers vind ik het beste natuurlijk
aas voor het op of vlabij de bodem vissen. Hiervan doe je er zoveel als
je kan op een haak nr1 of 2. De wriemelende wormen kan geen enkele drum
weerstaan. Je kan ze eventueel wat extra actie meegeven door ze geregeld
enkele cm naar boven te halen en dan terug naar de bodem te laten
zakken.
Natuurlijk aas vis je op of tot maximum 45cm van de bodem.
Materiaal:
Je mag er vanuit gaan dat het merendeel van de vissen die je vangt
zelden boven de 5kg zijn.
De uitrusting passen we daar ook bij aan.
Een 1.8 tot 2m lange medium spinhengel of lichte karperstok met
bijpassende molen.
Als lijn kies je voor nylon met een trekkracht van 5 tot 10kg
|
Klik op de afbeelding voor
een vergroting
|
|
Grootste vis
gevonden op foto |
24.72 kg/100cm Nickajack reservoir
USA 1972 Benny Hill |
|